De lijfspreuk van ‘’PLUSFOUR’’
is: ‘’Jazzy muziek van toen
voor mensen van nu’’. Reeds twintig jaar
musiceert het orkest er lustig op los, zich weinig aantrekkend
van modieuze muzikale uitingen en pseudo-intellectuele benadering
van de muziek en gaat haar eigen gangetje. De belangstelling
voor de band blijft onverminderd groot, vooral omdat het trouw
blijft aan het stijltje waar de muzikanten zich al twintig jaar
lang in kunnen vinden. Met ‘’muziek van toen’’
wordt ruwweg de periode tussen de jaren ’20 en ’50
bedoeld. ‘’PLUSFOUR’’ gaat er van uit
dat een melodie niet persé tot het alom geaccepteerde
jazzrepertoire hoeft te worden gerekend om er een leuk nummer
van te maken. |
|
‘’PLUSFOUR’’ laat zich
weinig gelegen liggen aan arrangementen en vaste afspraken,
maar zorgt gewoon voor een lichtvoetige, swingende benadering
van melodieën die de bandleden interessant vinden. Met
‘’PLUSFOUR’’ ga je op reis naar een
tijdvak waarin ongelooflijk veel mooie muziek werd geschreven.
Een onvervalste sentimental journey.
De muzikanten zijn door de wol geverfd, hebben een groot repertoire
als uitgangspunt,maar voelen zich toch het prettigst wanneer
ze mogen zorgen voor een aantrekkelijke muzikale achtergrond.
Gebruik van veel geluidsapparatuur wordt angstvallig gemeden,
onder het motto "Er is al herrie genoeg
in de wereld" |